Guest blog by FEMKE HEDDEMA, former HAI intern
Last week, we held a successful event in The Hague on public health and innovation in the Netherlands. The success of the event owed a lot to the hard work and dedication of our summer intern, Femke, who writes here on her experiences and what she learned working with us at HAI.
Als student biofarmaceutische wetenschappen heb ik mij tijdens de afgelopen jaren van mijn studie bezig gehouden met het ontwikkelingsproces van idee naar medicijn. Hierin werd van alles besproken over het chemische proces; organische chemie, ontwerp, synthese, toxiciteit, farmacologie; allemaal gefocust op het vermogen om goed wetenschappelijk onderzoek te leveren en essentieel om te weten als je in het lab staat. Maar wat gebeurt er eigenlijk als het medicijn is gemaakt? Nadat er jaren aan onderzoek in is gestoken? Hoe komt het medicijn dan bij de patiënt? Tijdens mijn stage bij Health Action International (HAI) leerde ik over het beleid achter het medicijn en hoe alle medewerkers zich inzetten om medicijnen toegankelijk te maken voor iedereen die ze nodig heeft.
Onderzoek naar geneesmiddelen is belangrijk, maar wat ook belangrijk blijft is dat de resultaten van het onderzoek een positief effect hebben op de gezondheid van de maatschappij. Een medicijn dat de patiënt niet bereikt heeft weinig maatschappelijke toevoeging. Ik begon mijn stage bij HAI om uit te zoeken op welke verschillende manieren de toegankelijkheid van medicijnen verbeterd kan worden. Wat gebeurt er nadat het goede stofje is ontdekt? In mijn kennismaking met beleid bleek de route van het laboratorium naar apotheek tamelijk complex, vooral door de verschillende instanties die allemaal diverse en soms overlappende verantwoordelijkheden bekleden.
Zo blijkt bijvoorbeeld dat veel basisonderzoek, dat nodig is voor begrip van de ziekte en dus fundamenteel is voor de ontwikkeling van het medicijn, in publieke instanties (bijv. academische onderzoekscentra) is gedaan. Omdat die vaak geen ontwikkelingscapaciteit hebben voor het geneesmiddel wordt dit onderzoek overgenomen door een farmaceutisch bedrijf en verder ontwikkeld. Die plakt er dan een patent op en maakt vaak goede winst. Er wordt dus belasting betaald voor onderzoek in academische ziekenhuizen, maar ook per pil betaald aan de industrie. De patiënt betaalt dus dubbel en niet voor even, zulke patenten mogen minstens 20 jaar stand houden. Er moet toch een andere manier zijn om innovatie te belonen zonder dat we collectief dubbel betalen en de farma overwinst blijft maken?
Simpel gezegd is dit een concept om in discussie te gaan over alternatieven voor het bestaande patent model.
Om deze andere manier te vinden heb ik tijdens mijn stage meegeholpen aan een project over alternative innovation mechanisms. Simpel gezegd is dit een concept om in discussie te gaan over alternatieven voor het bestaande patent model. Het blijkt namelijk dat hier misbruik van wordt gemaakt en de toegankelijkheid van geneesmiddelen negatief wordt beïnvloed. Mijn rol hierin lag primair in de identificatie van experts in verschillende hoeken van de farmaceutische industrie. Onderzoeksinstituten, overheidsinstanties, academische ziekenhuizen, apothekers, patiënten federaties; iedereen heeft verschillende belangen en daarbij ook een verschillende mening over hoe het huidige systeem aangepakt moet worden. Door beleidsbrieven door te spitten en tweede kamer debatten na te luisteren kon ik vinden welke beloftes er op dit gebeid al zijn gemaakt in het regeerakkoord en door onze ministers. [De discussie hierover heeft vorige week in Den Haag plaats gevonden]
Ik heb altijd als doel gehad om de wereld om mij heen een klein beetje beter te maken, zeker voor de mensen die het niet zo makkelijk hebben en dus wel een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Met HAI heb ik het idee dat alles wat er gedaan wordt een stap is in de richting van die verandering. Hoewel misschien niet alle stappen leiden tot het gehoopte succes, zijn er in ieder geval veel ambitieuze mensen bezig met het strijden voor goede zorg voor iedereen. Mijn tijd hier heeft mij kennis laten maken met veel aspecten van het geneesmiddelen ontwikkelingsproces op een manier die mijn studie nooit had kunnen doen. Hoewel ik nog niet helemaal zeker weet of ik de kant van beleid op wil gaan, weet ik in ieder geval dat ik na deze stage met een heel andere blik tegen onderzoek aan kijk.