By GABY OOMS, Research Officer

Afgelopen week mocht ik na 1,5 jaar weer voor een week achter de schoolbanken schuiven voor het vak ‘pharmaceutical policy analysis’ die werd georganiseerd door de Utrecht Summer School. 

Nouja, ‘schoolbank’, dit vak was toch wel anders dan de doorsnee vakken die ik tijdens mijn opleidingen volgde. In plaats van dat je in een collegezaal plaatsneemt, zit je tijdens dit vak in het oude, historische gebouw ‘Achter de Dom 7’ en zit je gezellig in groepen van rond de 6 personen aan tafels in plaats van in rijen naast elkaar. Daarnaast zijn het vooral ook interactieve sessies in plaats van een traditioneel college waarbij je vooral luistert naar wat de spreker heeft voorbereid.

Het onderwerp van deze week was pharmaceutical policy, met uiteenlopende colleges over bijvoorbeeld de World Health Organization (WHO) essential medicine list, methodes die worden gebruikt voor pharmaceutical policy analyses en interessante case studies uit verschillende landen, waaronder Zuid Afrika en Engeland. De sprekers die tijdens deze week langskwamen waren ook super interessant en gaven ieder inzicht in pharmaceutical policy op een eigen, andere manier. Eén spreker vertelde bijvoorbeeld over zijn jarenlange ervaring in het opzetten van een pharmaceutical policy in Mongolië, terwijl een andere spreker vertelde over hoe de essential medicine list in Zuid Afrika tot stand kwam en zich heeft ontwikkeld. Super interessante verhalen die je normaal niet zo snel zou horen op een doordeweekse dag.

Naast de diversiteit in sprekers, kwamen de ‘studenten’ zelf ook van allemaal verschillende achtergronden en landen. Heel leuk om dan samen te werken aan een case study omdat je veel leert van elkaars ervaringen en kennis. Zo heb ik bijvoorbeeld ervaringen kunnen uitwisselen met anderen over Health Action International’s (HAI) onderzoek naar sexual and reproductive health. En natuurlijk is het ook een perfecte manier om je netwerk uit te breiden! Dat was ook het leuke aan het diner die op de woensdagavond was georganiseerd, waar partners en bekenden uit het netwerk van het UU-WHO Collaboration Centre aanwezig waren en die enthousiast vertelde en praatte over hun werk.

De week werd afgesloten met de presentaties van de case studies waar we gedurende de week aan hadden gewerkt. Wij hadden als groepje bijvoorbeeld het onderwerp ‘access to opioids for palliative care’, met de opdracht om een pharmaceutical policy onderzoek te bedenken rondom dit onderwerp. Dit was vooral ook interessant voor mij omdat HAI zich steeds meer bezig houdt met dit onderwerp, juist omdat er nog zo veel mensen in lage- en middeninkomenslanden geen toegang hebben tot palliatieve zorg. Een leuke manier om je kennis dus toe te passen.

Al met al was het dus een super opzet die zorgde voor een interessante week!